ZNO Overdracht

In 2011 heeft de V&VN, de beroepsvereniging van verpleegkundigen en verzorgenden afgesproken dat, als de zorg voor een patiënt/cliënt wordt overgedragen van de ene verpleegkundige naar de andere, er altijd overdracht van informatie moet zijn.

In onze regio gaat de informatie bij overdracht van ziekenhuis naar thuiszorgorganisatie al jaren elektronisch met de applicatie POINT en met ondersteuning van ZorgNetOost. Inmiddels maken 22 organisaties gebruik van ZNO Overdracht. We vertellen je graag welke overdrachten worden ondersteund en waarom iedereen zo blij is met de capaciteitsmodule.

Ondersteunde transferprocessen

De eerste toepassing van ZNO Overdracht was de ondersteuning van de transfer en gegevensoverdracht als de zorg voor een patiënt vanuit het ziekenhuis naar een VVT- of revalidatie-instelling gaat. Inmiddels is daar de spoedoverdracht vanuit de HAP (huisartsenpost) via een zorgcoördinatiebureau naar de VVT bij gekomen. En onlangs is in het kader van de Twentse Zorgketen een pilot gestart voor de overdracht van VVT naar ziekenhuis. Met de applicatie POINT wordt een aantal functionaliteiten aangeboden. In dit artikel gaan we nader in op het capaciteitsmanagement.

Capaciteitsmanagement

Met de capaciteitsmodule kunnen de organisaties die een patiënt/cliënt overdragen zien welke organisatie nog plaats heeft. Daartoe geven de vervolgzorginstellingen zo precies mogelijk de details weer. Natuurlijk de locatie, maar ook de zorgsoort of het zorgzwaartepakket. En uitzonderingen op de beperkingen of mogelijkheden, zoals of er een huiskamer is of of er ruimte is voor een patiënt met dwaalgedrag.

De organisatie die de patiënt wil overdragen krijgt daarmee een geïntegreerd capaciteitsoverzicht, in plaats van dat van elke vervolgorganisatie een bestand geopend moet worden.

Wanneer een patiënt door de vervolgzorgorganisatie geaccepteerd is, kan de ontvanger met één druk op de knop het capaciteitsoverzicht bijwerken.

De waarde van de regionale aanpak

ZorgNetOost ondersteunt organisaties bij het gebruik van ZNO Overdracht. Dat begint al bij de aansluiting van een nieuwe organisatie of nieuwe groep medewerkers. We kijken altijd of iedereen begrijpt hoe het werkt. En is dat niet het geval, dan komen we zelfs langs om medewerkers te helpen. Zijn er veel nieuwe gebruikers, dan geven we een opfriscursus.

Ook ondersteunen we bij het optimaliseren van het gebruik. Zoals gemeld kunnen ontvangende zorgorganisaties met één druk op de knop het capaciteitsoverzicht bijwerken. In de praktijk werd dat in de hectiek van het dagelijks werk nog wel eens vergeten. Dus hebben we actie ondernomen: elke week wordt er een rapportage gemaakt van de overdrachten die niet doorgingen met daarbij de reden. Was dat ‘geen plek’? Dan bellen we er toch even achteraan of er echt geen plek was, of dat men vergeten was het overzicht bij te werken. En nu horen we je denken: maar dat kan toch helemaal automatisch: patiënt geaccepteerd, plek weg. Maar dat wilden de ontvangende organisaties liever niet. De zorgvraag kan nl. nooit helemaal gestandaardiseerd worden en ze wilden wel enig eigen inzicht hebben. Dus hebben we nu bij de leverancier gevraagd of er een tussenoplossing ontwikkeld kan worden: als een patiënt geaccepteerd is, verschijnt er een venster met de vraag of het overzicht bijgewerkt moet worden.

Door regelmatig met de gebruikers en hun managers in gesprek te gaan over wat wel en niet goed gaat, en af en toe ons gezicht te laten zien op de werkvloer, weten we snel welke wensen en behoeften er zijn. En omdat we de leverancier ook goed kennen, kunnen we die wensen precies op de goede plek neerleggen. En zo bewijzen we weer dat de regio werkt!